Ik heb Napels gezien zonder de Vesuvius te beklimmen. Ik heb in Lake Toba gezwommen zonder me om zijn ontstaan te bekommeren. Pas sinds ik er voor kinderen over schrijf, ben ik als een jongetje zo blij met vulkanen.
Sindsdien moest ik het doen met een vaag kratermeer in de Eifel en het geologisch natuurlijk geweldige IJsland. Maar een lekkere steile stratovulkaan zat er niet bij. Dat heb ik afgelopen maand definitief goedgemaakt.Toen we van Jakarta naar Jokya vlogen priemden de drieduizenders al boven de wolken uit. Aan de voet van de Merapi vertelde ik de kinderen opgewekt dat deze nog maar kort geleden honderden slachtoffers had gemaakt. Maar goed dus dat er langs de helling vluchtroutes stonden aangegeven en bunkers klaarstonden om te schuilen. Doorgaan met het lezen van “Vulkanen, maar dan echt”